Je moet nooit aan de kant blijven staan

Trudel [1]was geboren in Duitsland en naar Nederland gekomen om in 1937 als verpleegster naar Spanje te vertrekken.  Tijdens de burgeroorlog wilde ze de linkse Republiek helpen. Hier trouwde ze met Theo van Reemst.[2] In 1939 kwamen ze terug in Nederland en ging ze voor het Vluchtelingencomité werken. Voor de oorlog was er al eten op de bon en ze hielp Joodse vluchtelingen uit Duitsland die hier illegaal verbleven aan papieren en bonnen. Hier leerde ze Nathan Notowics kennen. 

Na de bezetting ging ze door met dit werk. Het ging mis op 23 november 1942, een dag na haar verjaardag.[3] De politie kwam het echtpaar van Reemst halen, omdat haar man bij het communistisch- gewapend verzet zat.[4] Ook stonden ze op de lijst van de Nederlandse Volksmilitie.[5] Hij kon nog net het briefje wegwerken, waar het principe van een brandbom op stond. Trudel moest mee omdat ze Joods was, hun tien maanden oude kind kon ze nog onderbrengen bij vrienden. Ze werden naar de gevangenis in Scheveningen gebracht, het Oranje Hotel. Trudel werd in een eenpersoons cel gezet, met drie anderen. Ze werd verhoord; “Du kommst nach Lublin. Dann färst du durch den Schornstein.” Ze kon zich er geen voorstelling van maken. Dacht hij dat ze een heks was die op een bezemsteel vloog?

Op een dag werden alle Joden uit de cel geroepen, die gingen naar Kamp Westerbork en rechtstreeks door naar Polen. Zij had zich niet uit haar cel laten roepen. Ze was Joods, maar was gepakt voor het verzetswerk. De volgende dag werd ze met stokken mishandeld en na registratie bij de Joodse Raad van Den Haag, werd ze alsnog op 12 december 1942 naar Westerbork gebracht. Ze meldde zich ziek en kwam in het Westerborkhospitaal. Hier werd ze bezocht door Werner Stertzenbach. “Ik kom je de groeten van Noto (Notowics) brengen.” De verzetsgroep Oosteinde, had Werner gevraagd naar haar uit te kijken. Er was een telefoonverbinding tussen de Joodse raad en het Westerbork ziekenhuis. In hoge nood kon dit gebruikt worden. Het begin van een samenwerking om mensen Westerbork uit te krijgen.                                                                           

Werner Stertzenbach werkte bij de technische dienst en op het crematorium en kon op die manier Westerbork in en uit.   Hij hielp zo’n twintig mensen Westerbork te ontvluchten[6].Niet altijd waren het spectaculaire ontsnappingen met een lorry, er konden ook verlofpassen geregeld worden. Mensen mochten even Westerbork uit om dingen in Amsterdam te regelen en kwamen niet meer terug. Ze organiseerden doopbewijzen, toen gedoopten Westerbork nog mochten verlaten. Instructies kwamen via de post, die in Westerbork gecensureerd werd. Met Pinkowitz zat hij in de postkamer.   De groep stuurden papieren en pakketten naar een fictief persoon; Karel Merksma. Dit werd dan uit de postzakken gehaald.  Ze hadden een nagemaakte stempel 'gepruft', zodat er post ongecensureerd Westerbork in en uit kon.  Werner haalde Trudels papieren uit de administratie. Er stond een S op, dat wilde zeggen dat ze een strafgeval was en met de eerste trein naar het Oosten gestuurd zou worden. Doordat hij haar kaart gelicht had, had ze tijd om in Westerbork te blijven. Haar kaart stond niet meer tussen de kaarten van waaruit de transportlijsten gemaakt werden.

 Ger van Reemst was de zwager van Trudel en werkte bij Staatsbosbeheer rond Westerbork.  Doordat Pinkowitz en Stertzenbach ook werkzaamheden buiten Westerbork hadden, konden ze hem buiten ontmoeten. In eerste instantie wilde Ger Trudel Westerbork uithelpen. De vrouw van Ger was heel Nederland doorgereisd om papieren te regelen. Een diploma apothekers- assistent en diploma Verpleegstersopleiding. Zodat zij met een baan in het ziekenhuis langer in Westerbork mocht blijven.  Het contact tussen Ger van Reemst en Werner Stertzenbach breidde zich uit. Er was  een plek onder een boom waar brieven, geld en persoonsbewijzen gelegd werden. Ger werd de verbindingsman met  Amsterdam  en hielp de mensen te laten verdwijnen als ze buiten het prikkeldraad waren.

Op 26 mei 1943 stierf haar 2 weken oude dochter Marquerite Wera de Vries te Westerbork. Dit door het gebrek aan hygiëne. het lijkje werd door opa gehaald en in Sleen begraven. [7] Als verpleegster verzorgde ze de baby Machiel Prins[8], die twee maanden te vroeg geboren was, nadat zijn moeder 24 uur op appel had gestaan. De moeder had geen borstvoeding en werd meteen doorgestuurd. Machiel kreeg de beste zorg. Er kwam een couveuse uit Groningen. Toen hij sterk genoeg was ging hij alsnog op transport. Maar Trudy maakte dat niet meer mee, want om juni 1943 werd er een decreet uitgevaardigd dat gemengd gehuwden niet meer vervolgd zouden worden, ze konden Westerbork verlaten. Dit was echter niet een strikte regel. Theo, haar niet-Joodse man, zat inmiddels in Dachau, ze kon niet aan haar papieren komen. Schoonzus regelde papieren om aan te tonen dat ze arisch waren. Met vervalste papieren is zij toch op 21 juli vrijgelaten, tegelijk met 76 anderen.[9]

Trudel ging terug naar haar huis in Vlaardingen, waar inmiddels “goede Nederlanders” woonden; zoals zij zelf zei. Deze mensen moesten haar wel van haar slaapkamer gebruik laten maken, maar haar kind wilden ze niet in huis hebben. Trudel mocht niet telefoneren van de bewoners, want "dat mochten Joden niet." Na de oorlog bleek dat de rekening van de telefoon nooit door de nieuwe bewoners betaald was en al die tijd van hun giro afgeschreven werd. Een commissaris van politie waarschuwde haar, de bewoners waren komen informeren of het wel goed was dat zij gekomen was. Ze begreep dat ze haar papieren goed moest regelen, want wat ze had deugde natuurlijk niet. Het koste 3 weken om nieuwe papieren te laten maken. Ze vertrok. Na de oorlog kwam haar man terug uit de kampen van Duitsland. Ze moesten met hulp de nieuwe bewoners uit haar woning laten zetten.  Dit soort “goede Nederlanders” die geen poot uitstaken en een lakse houding hadden, waren het opmarsgebied van het fascisme.

Het levensmotto van Trudel was: “Je moet nooit aan de kant blijven staan.”

 

 Trudel van Reemst- de Vries overleed op 7 juni 2007 te Amsterdam

 

Bronnen:

Voornamelijk: Ben Braber. Joods verzet in Nederland 1940-1945. Uitgeverij Balans Amsterdam, 1987

Vermoedelijk op transport. Raymond Schütz, universiteit Leiden, 2011

https://www.vpro.nl/speel~POMS_VPRO_491041~trudel-van-reemst-de-vries-het-spoor-terug~.html

https://spanjestrijders.nl/bio/vries-trudel-de

http://www.stolpersteine-dordrecht.nl/het_voorbije_joodse_dordrecht_trudel_de_vries.html

https://www.rd.nl/artikel/162903-ziekenhuis-in-kamp-westerbork-was-bizar

Niod: wbk-250i 0851.pdf