De 120.00 stempel van de ouders van Gerhard Badrian

Gepubliceerd op 22 december 2025 om 13:43

Wanneer er een 'Sperr' verkregen was, kwam er een stempel in het persoonsbewijs met de tekst: "Bis auf weiteres freigestellt vom Arbeitseinsatz". Men werd hiermee tot nader order vrijgesteld van transport. Er waren verschillende gronden om zo’n 'Sperr' te krijgen en men deed alles om niet getransporteerd te worden.  Palestina-certificaten gaven ook vrijstelling.

Deze aanvragen stonden binnen de administratie van de Joodse Raad bekend onder de serie Lijstnummer 120.000. Wanneer mensen een aanvraag deden of een certificaat bezaten, werd dit met een nummer uit deze 120.000-reeks op hun kaart genoteerd. Om voor een officieel certificaat in aanmerking te komen, golden strikte voorwaarden, zoals gezinshereniging of een maximale leeftijd (aanvankelijk 18, later 21 jaar). Wanneer een officiële aanvraag door Palestina werd toegekend, ontving men een certificaat waarin stond dat Palestina bereid was hen op te nemen. In bezet Nederland verliep de verzending van deze documenten via het Rode Kruis in Genève. De nazi's zagen deze "Palestina-Joden" als waardevol 'ruilmateriaal' voor Duitse geïnterneerden in het buitenland.

Een van de categorieën voor toekenning  was de veteranen-aanvraag (de zogenaamde V-lijst), bedoeld voor personen die zich jarenlang actief hadden ingezet voor de zionistische beweging. Op 23 februari 1943 kwamen de ouders van Erna en Gerhard aan in kamp Westerbork. In de cartotheek van de Joodse Raad staat genoteerd dat veteranen aanvraag hadden gedaan. 

Wanneer een dergelijke aanvraag werd toegekend, ontving men een certificaat waarin stond dat Palestina bereid was hen op te nemen. Om aan deportatie te ontkomen, ontstond er een  stroom van vervalste documenten. In de drukkerij van Frans Duwaer werden de benodigde papieren, waaronder deze uitreisvisa, vervalst om mensen aan een 'Sperr' te helpen. Ook de ouders van Gerhard probeerden op deze wijze de dans te ontspringen; hun aanvraag  was dan ook gebaseerd op een certificaat dat bij Duwaer was gedrukt. Het heeft voor de ouders van Gerhard niet mogen baten. De aanvraag was nog in behandeling toen de beschermende waarde ervan verviel. 

Begin maart 1943 veranderde de situatie in Westerbork edrastisch. De nazi's begonnen met grootschalige transporten naar Sobibór en de status van veel certificaathouders werd plotseling genegeerd. De 'Sperr' op basis van een Palestina-aanvraag bleek niet langer een garantie; veel van deze certificaten werden vlak voor de transporten door de SS ongeldig verklaard om de deportatiequota te halen. Op 10 maart 1943 werden zij alsnog op transport gesteld naar Sobibór. Dit was een van de laatste transporten waarbij nog gebruik werd gemaakt van personenrijtuigen, wat de gevangenen een laatste, valse hoop op een uitwisseling gaf. Niets bleek minder waar.

 

Destijds probeerden veel Joden naar het Britse mandaatgebied Palestina te vluchten, 

 Vanwege deze beperkingen ontstond er een illegale stroom van documenten. In de drukkerij van Frans Duwaer werden de benodigde papieren, waaronder deze uitreisvisa, vervalst om mensen aan een 'Sperr' te helpen. Ook de ouders van Gerhard probeerden op deze wijze de dans te ontspringen; hun aanvraag onder het 120.000-lijstnummer was gebaseerd op een certificaat dat bij Duwaer was gedrukt. De aanvraag voor een Palestina-certificaat zou op 9 maart gedaan zijn.