90.000 stempel

Tijdens de Tweede Wereldoorlog betekende het hebben van een sperrstempel in het Persoonsbewijs van een Joods iemand, dat die persoon even tegengehouden werd, voor transport naar doorgangskamp Westerbork. Of men moest wel naar Westerbork, maar hoefde nog niet naar een vernietigingskamp in het Oosten.

De juridische term Sperre komt uit het Duitse zakenrecht. Het principe van de Sperre bestaat uit het tegenhouden van een bepaalde (rechts)handeling, zolang niet aan een bepaalde voorwaarde is voldaan”; staat er in de Masterscriptie van Raymund Schütz, waarin hij ondoorzichtige systeem probeerde te doorgronden. De richtlijnen voor het verkrijgen van een sperr waren niet helemaal duidelijk. Er was geen handboek van. In september 1942 kwam er een stempel met het sperr-nummer in het persoonsbewijs. Een sperr had een nummer en dat nummer zegt iets over de reden waarom de Sperr verkregen was. Raymund Schütz kwam tot een overzicht. De nummers lopen van 10.000 tot 120.000.

In dit overzicht missen de nummers 70.000, 90.000 en 110.00.

Op internet ben ik opzoek gegaan naar persoonsbewijzen met een 90.000 sperr-stempel. Hier heb ik de kaarten uit de cartotheek van de Joodse Raad naast gelegd. Wanneer er een sperr was, kwam dit ook op de kaart, rechts op de bovenste regel. (Maar niet helemaal rechts.) Ook bekeek ik de persoonskaarten, wanneer ik die kon vinden. Uit de paar gegevens die ik gevonden heb, trek ik de conclusie dat deze stempels te maken hebben met:

-Winkels, of het werken in de voedselvoorziening,

-Leraren van joodse scholen, medische beroepen, vooral verplegers

-Kultuur.

Mogelijk schreef Wielek hierover, toen ook diegene die voor de Joodse gemeente, het onderwijs en het instant houden van de Joodse-zaken opgeroepen werden voor Westerbork. Toen waren er nog geen stempels.

In 1941 kwamen er verschillende verordeningen en begonnen de deportaties. Er moesten Joodse scholen komen, Joden mochten niet meer naar niet-Joodse scholen.  Er kwamen Joodse-winkels en het verbod voor Joden om ergens anders de boodschappen te doen, maar ook Joodse ziekenhuizen. Om de ergste onrust te sussen, konden er sperren komen. De winkeliers werden even niet afgevoerd, de leraren van de net opgerichte scholen mochten blijven.

 

Joods Lokaal:

De Zentralstelle voor Jüdische Auswanderung besliste over de sperren en ook of er bij een winkel het bord “Joods lokaal” of “Joodse bijeenkomst” geplaatst mocht worden. Zij stelden de Joodsche Raad aan als tussenschakel. Een brief van 5 oktober 1941 van Cohen.

 

31 maart 1942

Op 9 sept 1942 kregen de Joden de opdracht hun gegevens voor 11 september in vullen op een formulier. Dit moest ingeleverd worden op een locatie van de Joodse Raad op de Lijnbaangracht. Op zo’n formulier stond bij de toelichting dat als mensen een Joodse winkel hadden en hiervoor een schildje Joods Lokaal hadden gekregen, dat dit ingevuld moest worden.

Hier een voorbeeld van een Joods lokaal met sperr-nummer 91045

10.000-... Fremdstaatler

20.000-...Protestants gedoopte Joden (1.156 personen)

30.000-...Abstammungsjuden (Calmeyer-gevallen) (1.671 personen)

40.000-…Protektions- und Angebotsjuden (Blaue Reiter, Frederiks-lijsten, van Dam- lijsten of Barnevelders), 448 personen

50.000-...Metaaljoden (werkzaam in de metaalindustrie), een kleine groep werknemers van Oxyde/Lissauer (100), Sommer en Union (85)

60.000-...Rüstungsjuden (werkzaam in bont, confectie, diamant, oud-metaal etc) 6.746 personen

80.000-... Joodsche Raadsperres, 17.498 personen

100.000-...Gemengd gehuwden 5.080 personen

120.000-…Stammliste ca. 1700 personen


Leraren:

Joodse scholen, hadden leraren nodig. Dit gaf al onrust genoeg om de scholen op te richten. De leraren konden ook een sperr krijgen. Hier het nummer 94808

Artsen maar vooral verplegend-personeel:

Joden mochten niet meer in niet -Joodse ziekenhuizen. Joodse ziekenhuizen mochten geen niet- Joods personeel meer hebben. Net als bij de leraren, onrust. En om dit te voorkomen een sper.

Ik kwam 1 arts tegen, maar die doet ook pastorale arbeid, dus of het echt een sperr voor artsen?

Kantoorbediende wordt leerling verpleegkundige, 91858

Op 15 september 1941 kwam het verbod voor Joden om op te treden, met uitzondering dat Joden wel voor Joden mochten optreden.  Twee personen die in de USA woonden, Bernard en Jacques van Leer, richtte de van Leerstichting op, ter bevordering van Kunst en wetenschap. O.a. de orkestleden werden hiervan betaald, waardoor ze niet werkloos waren en niet naar werkkampen gestuurd werden. Ui een bericht van 29-04-1942 blijkt dat het was gelukt uitstel voor de werkkampen voor orkestleden te verkrijgen, op enkele uitzonderingen na. Op 30-10-1942 had het joodse orkest 74 leden, 14 hadden er nog geen sperr, 22 door bemiddeling van de van Leerstichting wel. Een voorbeeld ervan was van Sjouwerman sperr nummer 95660. Toen hij in Westerbork gedetineerd werd, kwam het bericht dat hij een Z stempel had. Een Züruckstelling. Deze stempels werden gebruikt door de administratie van de bezetters zelf.  Sjouwerman hoefde nog even niet door, hij speelde namelijk in Westerbork, waar regelmatig na transport een voorstelling was. Een maand later ging hij toch op transport.