Gezin vd Linden

Abraham en Mirjam stonden met hun dochter op de tansportlijst naar Westerbork van 25 juli 1942. Op die transport lijst had hij nummer 5632, dit nummer is niet op deze kaart terecht  gekomen. 

Marijke  was een week ervoor  geboren. Ze staat op de lijst, maar met een o ipv een vinkje. De kaarten zijn getypt, maar voor haar is er een geschreven kaart gemaakt. De namen van dit gezin zijn doorgehaald. Nadat de Zentralstelle een lijst met oproepingen gemaakt had, mocht de JR er doorheen en de voor hun 'belangrijken' eraf halen. Op je kaart staan geen stempels  met data die vlak voor vertrek naar Westerbork liggen. De ´belangrijken´ waren meestal medewerkers van de Joodse Raad. Dat is niet op de kaart terug te vinden. Hadden ze misschien kraamverlof gekregen? Een andere mogelijkheid is dat Abraham van der Linden al in een Rijkswerkkamp in Nederland zat.

Geen K. Links op de kaart van Abraham staat er wel een cijfer dat lijkt te verwijzen naar een lijst. Op de lijst waar hij vanaf gehaald was, had hij nummer  5632. En het nummer op de kaart rechtsboven, verwijst bij anderen wel naar deze transportlijst. Op 4 oktober komt dit echtpaar  toch aan in Westerbork. Ze zijn ontsnapt uit Westerbork. Hij vertelde zijn verhaal. Volgens hem kwam hij eerder dan zijn vrouw in Westerbork aan en zag hij op een gegeven moment zijn vrouw in binnenkomen. 

 

Uit een tijdschrift van de Historische Vereniging Hardenberg en Omgeving 1995.

12/3 RONDOM DEN HERDENBERGH

Herinneringen aan kamp Molengoot Ab van der Linden Naar aanleiding van de speciale uitgave van 'Rondom den Herdenbergh' van mei 1995 ontvingen we een reactie van de heer Ab van der Linden uit Diemen. Hij was in de oorlog een tijdlang geïnterneerd in kamp Molengoot, dat gestaan heeft op de hoek Luggersweg-Jachthuisweg te Collendoorn. Oorspronkelijk was het een kamp van de Rijksdienst voor de werkverruiming en werd het voor de oorlog al gebouwd. Men gaf daar onderdak aan werkloze mannen die in deze streek in de werkverschaffing hun brood verdienden. Vanaf 1942 werden er tijdelijk Joodse mannen gehuisvest die tewerkgesteld werden bij graafwerkzaamheden en ontginningen. Ab van der Linden vertelt: 'De naam Hardenberg blijft voor mij nauw verbonden met de naam Molengoot. In 1942, nu alweer 53 jaar geleden kwam ik daar gedwongen terecht omdat ik Jood was. In het kamp stond een soort directeur aan het hoofd, een kampbewaarder, die de (Joodse) Kapo (kamppolitie) belastte met de handhaving van de orde en allerlei andere zaken. Deze mensen waren om de dooie dood niet gemakkelijk, integendeel. We moesten elke dag de hei op om putten te graven en als 'beloning' kreeg mijn vrouw een postwissel van de Heidemij thuis ten bedrage van f. 0,08 (inderdaad acht centen) en één van f. 0,07! Voor zover ik mij kan herinneren verbleef ik ca. 6 weken in dat kamp. Het hoogste bedrag dat mijn vrouw mocht innen was f. 0,11 (elf cent). Wij hebben dat zuiver als een vernedering ervaren: Je bent niets waard en je betekent nog minder... Wij vulden de dag met zgn. hard ploeteren en hielden met humor onze geest en conditie op peil. Wij organiseerden zelfs eens een soort rouwdienst. Groeven een kuil en smeten er vuil in: de begrafenis van Hitler. Met de ironische kreet: 'GEEN JOOD GAAT DOOD IN MOLENGOOT' probeerden we de moed erin te houden. Er werd in het kamp altijd gefloten: Als je op moest staan, moest eten, strafexerceren, stoppen met eten of naar bed moest. Zelfs smakelijk eten wensen was een fluitsignaal. Op een keer kwam de SS één nachtje slapen. Ter misleiding werd ons dit althans op de mouw gespeld, zodat het geen onrust veroorzaken zou. Kennissen of familieleden die niet van joodse afkomst waren, en af en toe voedsel over de hekken gooiden stopten toen uit angst hiermee. Ik weet nog dat er een boer in de buurt woonde, waar ik naar toe sloop, die eten gaf en brieven verzond. Een geweldenaar in mijn ogen! Wat zou het onvergetelijk zijn deze held nog eens te ontmoeten!! Zijn moedig gedrag vergeet ik nooit meer, dank u wel. U was een mens zoals God bedoeld moet hebben! Oktober 1942, ik meen de 14e, nam de SS ons mee. Wij gingen, bewaakt door deze gewapende SS-ers lopend naar het station in Hardenberg, om per trein naar Zwolle getransporteerd te worden. Ik herinner me nog dat bewoners van Hardenberg ons nakeken, sterkte toewensten... of de andere kant opkeken, deden of ze niets zagen. Ook waren er mensen die een stille wenk gaven. De Hardenbergers hebben mij niet de indruk van vijandschap of vriendschap kunnen geven. De angst speelde eigenlijk iedereen parten. 

Op het station van Zwolle werden we uitgejouwd door een stel Duitse matrozen die de andere richting uitgingen. Hardenberg, Molengoot, het blijft mij voor de geest staan als een tussenstation naar de verschrikking. Wij kwamen terecht in Westerbork. Het heette daar onmenselijk te zijn, maar in verhouding tot Auschwitz of andere gasleveranciers van de dood, was Westerbork nog een ideaal kamp. De onderlinge verhoudingen tussen de gevangenen, voor zover ik mij dit herinner, was soms goed maar vaak ook slecht. Er waren moedige, bange en laffe mensen. Egoïsme speelde een grote rol. Iedereen vocht voor z'n eigen vrijheid en had de hoop die ééns te beleven!! De Kapo's waren ook mensen die vochten voor eigen behoud en onverschillig stonden tegenover andermans verdriet en ellende. Ze leefden in de veronderstelling dat er voor hen redding was als ze hun werk goed deden. Ook dat was een zware misrekening. Hardenberg, Molengoot. Voor mij toen de eerste stap naar de vernietiging. Westerbork, voorportaal van de gaskamers. Daar zag ik op zekere dag ook dat mijn vrouw binnengebracht werd. Door een list en pure 'mazzel' hebben wij beiden kunnen ontsnappen. Geholpen door een Duitse kleermaker die kleding moest maken voor de kampleiding. Ook hij was een Jood. Na veel omzwervingen terug in Amsterdam, doken we onder tot de bevrijding. We kregen ons dochtertje terug dat al die jaren liefdevol verzorgd was door een schoonzuster. Ook vond ik m'n broer terug, het enige familielid dat overleefde. Mijn vrouw en ik kwamen tot de slotsom dat we samen 170 familieleden verloren hadden... Hardenberg. Ik zie het geregeld staan op verkeersborden als ik vanwege mijn beroep langs of door de plaats kom. (Als clowns-duo 'Appie en Flappie' treden mijn tweede vrouw Astrid en ik nog geregeld op). Als ik die plaatsnaam lees denk ik altijd terug aan die tijd... nu 53 jaar geleden.'